Met zorg nam Mooi Wageningen kennis van de verkenning van de provincie Gelderland naar de mogelijkheden om bos op oude bosgrond te verstoren en daarmee voor eeuwig te vernielen. Het Dassenbos in Wageningen is zo’n oude bosgrond.

Gezamenlijke brief

Met de vereniging Vijf Dorpen in ’t Groen en de Stichting Milieuwerkgroepen Ede heeft Mooi Wageningen in een gezamenlijke brief Provinciale Staten met klem verzocht vast te houden aan de huidige voorwaarde in de Omgevingsverordening. Hierin mogen Gedeputeerde Staten geen ontheffing verlenen voor herbeplanting op andere grond als de houtopstand een oude bosgroeiplaats betreft. Voorwaarde hierbij is dat er voorafgaand aan de velling ten minste 100 jaren onafgebroken bos heeft gestaan.

Oude bosgronden

Oude bosgroeiplaatsen betreffen locaties waar ten minste 100 jaren onafgebroken bos heeft gestaan. Het betreft bosgroeiplaatsen die deel uitmaken van uniek cultuurhistorisch, landschappelijk en ecologisch erfgoed. Veel daarvan is in het verleden al verloren gegaan. Anno 2003 resteerde in Nederland nog slechts circa 340 ha bos dat vòòr 1800 is ontstaan. Circa 41.000 ha bos is van voor 1900 .

Bescherming van het bodemsysteem

Oude bosgroeiplaatsen zijn wettelijk beschermd en dat heeft een goede reden. In nagenoeg de gehele provincie is de bovengrond door werkzaamheden verstoord. De oude bosbodems vormen een zeldzaam geworden uitzondering. Een bos is meer dan een verzameling bomen en juist de ondergrond is cruciaal voor een gezond bos. Bos is een ecosysteem – inclusief bodem met een bepaalde structuur en bodemleven waaronder mycorrhiza’s – dat honderden jaren nodig heeft om zich te vormen. In een oud bos zit een enorme hoeveelheid koolstof opgeslagen, vooral in de bosbodem. De oude bosgroeiplaats en het bijbehorende bodemsysteem gaan verloren als herplanting van gekapte bomen elders mag plaats vinden. Bescherming van oude bosgroeiplaatsen richt zicht zich heel specifiek op de bescherming van het bodemsysteem en de bijbehorende bodemecologie. Voor behoud van deze bosgroeiplaatsen is herplanting op dezelfde locatie dus essentieel.

De bescherming van oude bosgroeiplaatsen en de voorwaarde dat herbeplanting alleen op dezelfde locatie mogelijk is, is bovendien een van de weinige instrumenten waarmee bosschages, houtwallen en bossen buiten het Gelders Natuurnetwerk (GNN) nog enigszins beschermd zijn.

Belangrijk voor welzijn

Juist oude bosgroeiplaatsen buiten beschermd natuurgebied zijn van belang voor het welzijn en de gezondheid van mensen. En juist deze stukjes groen zijn vaak minimaal beschermd. Hierdoor verdwijnen ze snel als iemand weer een stukje weg, een distributiehal of een bedrijventerrein wil aanleggen of uitbreiden. Het is belangrijk om in ieder geval die stukjes bos die al minstens 100 jaar bestaan volwaardig te beschermen.

Het is dus van groot publiek belang deze oude bosgroeiplaatsen te blijven beschermen, zowel binnen het GNN als daarbuiten. Dat kan alleen door de huidige regelgeving niet af te zwakken. Dat betekent het handhaven van de voorwaarde dat GS geen ontheffing (mogen) verlenen voor herbeplanting op andere grond als de houtopstand een oude bosgroeiplaats betreft waar voorafgaand aan de velling ten minste 100 jaren onafgebroken bos heeft gestaan (variant 1). Deze voorwaarde is met zeer goede redenen verankerd in wet- en regelgeving. Het is heel vreemd dat in een tijd dat het belang van bossen, natuur, biodiversiteit en een gezonde leefomgeving steeds meer onderkend wordt, een overheid met een verkenning komt die met name draait om varianten waarin de bescherming juist wordt verminderd of zelfs opgeheven.

Herplantplicht op dezelfde bosbodem

Anders dan wat Gedeputeerde Staten in hun brief van 15 november 2022 (2022-012910) beweren voegt de bestaande specifieke beschermingsregel voor oude bosgroeiplaatsen in de verordening wel degelijk iets toe aan andere beschermingsregimes. Deze beschermingsregels richten zich in tegenstelling tot andere namelijk op de bescherming van het bodemsysteem en de bijbehorende bodemecologie. De specifiek voorwaarde dat herplanting moet plaatsvinden op dezelfde locatie voorkomt dat oude bosgroeiplaatsen verloren gaat. De regelgeving voor de bescherming van het GNN en Natura 2000 kennen die voorwaarde niet. Met als gevolg dat met de regels ten aanzien van bescherming van het GNN en Natura 2000 de aantasting of het verloren gaan van oude bosgroeiplaatsen niet kan worden voorkomen.
Daar waar de maatschappelijke opgave is om het oppervlakte bos te vergroten en de leefomgeving van mensen te vergroenen , past het niet om de beschermingsregels zo aan te passen dat het mogelijk wordt dat oude bosgroeiplaatsen voorgoed verloren gaan.